Archive for the ‘Geen rubriek’ Category

Verandering van plan (2)

maandag, mei 18th, 2015
Verandering van plan (2)
’Ga naar het loket „Informatie en procedures”’ zegt de beambte kortaf. Ik kijk vol onbegrip. Andere mensen heb ik toch naar dit loket zien gaan om het matricula (eigendomsbewijs van auto of motor) af te halen. Waarom ik niet? Ik schuif door naar loket 7.
’Kenteken?’ vraagt deze beambte.
’CCL 57’ zeg ik door een rond gat van zo’n 10 cm doorsnede in de  centimeters dikke ruit tussen hem en mij.
Hij haalt een mapje uit een stapel, haalt een gestempeld en ondertekend vel A4-papier daaruit en schuift dat mij toe onder het glas door.
’Niet klaar?’ vraag ik?
’Dertig dagen’ zegt hij.
Ik ontplof, loop rood aan en in rap tempo vertel ik hem ’afgelopen dinsdag zou het matricula klaar zijn, ik kom van Medellín naar Bogotá daarvoor, mijn telefoonnummer staat onder het formulier jullie hadden kunnen bellen, alles is betaald en nu ben ik hier en zeggen jullie over dertig dagen’.
De man onderbreekt me,
’dertig dagen’,
herhaalt hij en kijkt naar de volgende in de rij, iemand achter mij, die uiteraard direct begint te praten met de beambte.
‘Hufter’ denk ik, en ’waar is de chef?’ vraag ik.
Tussen de bedrijven door wijst de beambte, bruusk en veilig vanachter het glas, naar een kantoorruimte met ’administrador’ op een bordje boven de deur. Ik loop daar naar toe, gooi ondertussen uit frustratie m’n John Deere-pet, de XT rijdt als een tractor en daar hoort een groen-witte John Deere baseballpet bij, op de grond. De hele zaal, een man en vrouw aantal van zeg vijftig kijkt toe. Ik raap de pet weer op en meldt me bij de suppoost die voor de kantoorruimte van de administrador staat (beveiliging?) en vraag om die te spreken.
’Zij is in vergadering’.
Inwendig briesend druip ik naar beneden, tot twee keer toe gooi ik mijn pet weer op de grond voor ik bij Castro ben. Zij neemt het wachten van me over in de volle betonruimte boven.
De XT dateert uit 1977. Dat is het tweede bouwjaar en nog voor deze in Europa werden geïmporteerd. De motor heb ik gekocht ‘via-via’ in Bogotá. In Colombia zijn de data en systemen niet geïntegreerd over de verschillende departementen, provincies. Dat wist ik. De laatste eigenaarregistratie is in Chia, departement Cundinamarca. Volgens de Transito, departement en politie van verkeer, in Medellín is de procedure om de matricula op mijn naam te krijgen makkelijk.
Op dinsdag vertrek ik, Medellín – Bogota 400 km, over bergen en door de jungle, twee dagen. De XT gedraagt zich prima op deze grote trip. De tweede dag ren ik samen met Castro een uur voor sluitingstijd de Transito van Chia binnen. De map met papieren onder de arm.
’De data van deze motor zijn oud en bevinden zich in het archief dat is verhuist naar de Transito van Cota’ zegt de dame achter het loket.
En weg zijn we. In Cota, elf kilometer verderop, vragen we tot twee keer toe de weg. Tot twee keer toe worden we een kant op gestuurd en is daar niks te vinden. Nummer drie, een buschauffeur, vertelt ons dat in Cota geen Transito is, maar dat Noord-Bogotá dat waarneemt.
Transito Bogotá vinden we na wat omwegen op een industrieterrein in Noord-Bogotá. Een grijsbetonnen ruimte op de eerste verdieping. Met z’n tweeën mogen we niet naar binnen. ’Wat een onzin’ denk ik en we spelen de bal ik-weinig-Spaans en Castro-volop. Dat helpt niet. We besluiten dat Castro gaat informeren en dat we dan omwisselen. Ik moet tekenen en vingerafdrukken laten nemen, kortom ik moet zelf verschijnen. Een kwartier duurt het voor Castro beneden verschijnt. Onder het kantoor is een doorloop met aan weerszijden kleine kantoortjes en een winkeltje met koffie, fris en verschillende typische etenswaren, empanada’s, pasteles en arepa’s.
Ze kijkt niet blij.
’Het verkoopcontract is niet bruikbaar’ zegt ze, ‘niet geldig volgens de beambte’.
’Niet bruikbaar? Hoezo niet? Alles is via notarissen verlopen, handtekeningen gelegaliseerd, we hebben alle papieren, hoezo niet?’ roep ik uit.
’Twee problemen, klein en groot’.
’Wat is groot’ en ik denk nog naïef ’hoe groot kan het zijn?’.
‘De verkoper heeft zijn eigendomsprocedure nooit afgemaakt’ zegt ze.
‘Wat betekent dat?’ vraag ik.
‘Dat betekent dat we de oorspronkelijke eigenaar moeten zien te vinden en met hem de eigendomsoverdracht proberen af te ronden’.
‘En klein?’
‘De belasting van 2006 en 2007 is nooit betaald, zonder dat te betalen inclusief boete èn rente is geen eigendomsoverdracht mogelijk.’
Ons gezamenlijk humeur is ver beneden nul als we wegrijden van het industrieterrein. In La Mosquera, een dorp buiten Bogotá, vinden we een overnachtingsadres. Met de oorspronkelijke eigenaar hebben we telefonisch contact gehad bij de koop in oktober 2013. In het geheugen van de oude Colombia-telefoon van Castro vinden we zijn nummer. En hij neemt nog op ook. Nog beter, hij wil meewerken aan de procedure. En dat terwijl hij niet de verkoper meer is, hij had al verkocht. Zolang de motor op zijn naam blijft, kan hij getraceerd worden bij een vergrijp gepleegd met de motor. Lastig is dat hij in Duitama woont, vijf uur rijden met een bus vanaf Bogotá. In de nacht besluiten we dat Castro met de vroege bus naar Duitama gaat en met hem een nieuwe verkoop- en overdracht doorloopt bij een ‘notaria’. Met een beetje mazzel kan ze dezelfde dag terug keren. Ik handel dan de belasting af. daarvoor kan ik niet bij de Transito terecht, maar moet ik bij het provinciehuis zijn, ergens midden in Bogatá, 8 miljoen inwoners.
Een volle dag en een bom duiten verder, en we hebben de overdrachtspaieren en betalingsbevestiging van de belastingen op zak. Het is donderdag. Op vrijdagochtend staan we weer in de rij bij de Transito. Nu mogen we wel samen naar binnen. Mijn Nederlandse paspoort geeft nog wat gedoe, maar uiteindelijk bevestigt de ambtenaar dat alles in orde lijkt.
‘Dinsdag klaar’ zegt de man,
Ik sputter nog wat over ver weg wonen en dus weer terug moeten, het maakt niet uit.
‘Dinsdag klaar’.
In de middag rijden we terug dwars door de jungle, ver boven de dertig graden, naar Medellín. La Negra houdt zich ondanks de luchtgekoelde motor prima in de hitte. Een beetje olieverbruik drukt deze pret niet.
In plaats van dinsdag melden we ons vrijdag bij het loket van de Transito. Mijn ‘ontploffing’ heeft als gevolg dat ik zelf niet meer terug wil. Één van de mannetjes die buiten de Transito hun diensten in relatie tot de procedures voor geld aanbieden, neem ik in de arm. Ik machtig hem om het matricula in ontvangst te nemen. Hij kan dan tussentijds de stand van zaken opvragen. Voorlopig kan ik zonder dit matricula de grens van Colombia niet over. Dat is een forse tegenvaller. Het oorspronkelijke reisplan met de motor moet ik dus aanpassen.
Iedereen tegen wie ik dit verhaal vertel, zegt hetzelfde,
‘het komt goed’.
Toch heb ik een ongerust gevoel hierover. De reden van vertraging betreft het matchen van softwaresystemen waarin de oude eigenaren zijn geregistreerd. Geen reden voor ongerustheid, toch?
Of toch wel? Het matricula bevat de datum en plaats van eerste registratie. De XT is van bouwjaar 1977. De eerste registratie is van februari 1978 en wel in Medellín.
‘Medellín?’
In 1978 is Pablo Escobar al drugsbaron numero uno van Medellín, Colombia en de rest van de wereld. Van hem is bekend dat hij en zijn moorddadige handlangers fervent liefhebbers zijn van de XT.  De XT’s voor die tijd snelle en wendbare all-terrain motoren werden ingezet bij bom- en moordaanslagen en ontvoeringen. Het zal toch niet zo zijn dat sinds zijn dood in opdracht van de staat, en daarna zijn bezittingen verbeurd zijn verklaard, dat een beambte op dit moment uitvindt dat mijn XT daartoe behoort tijdens het ‘matchen’ van de eigenaren uit de verschillende oude systemen? In een boze droom zie ik hem mij vertellen ‘in beslag nemen’. Dat zal toch niet waar zijn?
Wordt vervolgd.

Verandering van plan (1)

zondag, april 26th, 2015
Verandering van plan (1)
Aanvang week vier: La Negra, roepnaam voor m’n XT500, bouwjaar 1977, geheel in zwarte verf gedoopt, heeft nog steeds moeilijkheden. Op terugweg uit Medellín, zaterdagavond bijna twaalf uur, laat om nog te reizen, geen probleem denk ik ‘de weg is verlicht en ken ik op m’n duimpje’, komt tot twee keer toe de motor stil te staan in het midden van nergens. Geen pretje. Gedruppel van boven is overgegaan in regen. Na enkele minuten start de motor direct, en enkele kilometers verder sta ik opnieuw stil. Tegen de berg op.
Wat een desillusie. La Negra was een frame op wielen en een los gedemonteerd motorblok toen ik haar kocht. Het idee leek me goed, een voor mij bekend motortype kopen, laten opknappen om dan als ’nieuw’ de jungle, het Colombiaanse achterland en verder mee in te kunnen reizen. En nu, na talloze problemen (later meer daarover) en twee-en-een-halve week sleutelen, verkopen? ‘La Negra es la mas grande puta en el mundo de las motos’, behalve het chassis en het motorblok is niets origineel Yamaha of XT500, onderdelen van Kawasaki, Suzuki, AKT, Kymco en andere types Yamaha. De motor is daarmee allesbehalve origineel en meer een concept zoals ik voor me zag om mee op pad te kunnen gaan. Verkopen van iets dergelijks is lastig, wie wil zoiets? En dat betekent een heel fors verlies nemen. Daar hou ik niet van, dat wil ik niet. Ik ben met de motor een weg ingeslagen en kan daar moeilijk van afwijken. Alleen dat al voelt echt slecht.
In de loop van de week lossen de zaterdagnacht problemen zich op: slechte, vervuilde benzine, een benzinetank met vuil en een goedkoop, te klein, papieren benzinefilter en dàt, met een (te) grote carburateur voor de motor in een rit tegen de berg op van ruim dertig kilometer, kortom een grote carburateur die slurpt door een te klein filter dat verstopt raakt door vuil uit benzine en tank. Dat van de tank wist ik, de benzinekwaliteit was ik vergeten en benzinefilters zijn voor grote motoren (alles boven 250cc) slecht te krijgen. Ik ga op zoek en vind er twee. Van Barbas neem ik een tweedehandse af en een andere monteur verkoopt een zelfde Amerikaans filter, beide met een grotere doorlaat, niet van papier maar een dun aluminium. La Negra regeert enthousiast. Het duurt weer een paar dagen maar dan lijkt het alsof ook de carburateur eindelijk haar rustpunt heeft gevonden. De grote Mikuni carburateur (38mm) is een monster om af te stellen, een overgevoelig kreng. De omstandigheden maken het niet makkelijk; een hoogte verschil tussen 3.000 en 1.000 meter, een temperatuur die varieert tussen 18 en 34 graden, ijle berglucht versus oververhitte, dikke vol van uitlaatgassen vergeven stadslucht en dat in combinatie met een matige, wisselende benzinekwaliteit.
Een week verder. Ik ben vier weken in Colombia en voor het eerst gaat de XT het achterland in. Via Medellín, Barbosa naar Cisneros, een pueblo (dorp) in een dal op drie uur rijden. Voor het eerst ook lijkt La Negra zich te schikken in haar lot als reismotor. Nu ik meer vertrouwen krijg in de motor valt er een Plan te maken.
Te weinig tijd en mogelijkheden om de motor hier vandaan op luchttransport te zetten, niet naar Buenos Aires of niet elders. Wat nu? Een rondje Amazone? Colombia tot in de uithoeken?
Mike uit Cali brengt me op een pad. Voor hem haal ik op 1 mei een motor op in Lima, Peru. Voor de verhuur moet die op 8 mei terug zijn in Cali, Colombia. Acht dagen voor drie landen, Peru, Ecuador en Colombia, inclusief dus de papieren rompslomp van de grensovergangen. Inclusief de woestijn van Peru en de hoogte van Ecuador. Ik heb niet veel tijd nodig om hierover na te denken. Ik ga er voor.
Daarna? Aan La Negra valt nog het nodige te doen. Mijn verwachting is positief en daarmee valt de keuze op een groot rondje Colombia. Nu eerst de eigendomsprocedure af zien te ronden.

Pura Vida, foto’s roadtrip Noord-, Midden- en Zuid-Amerika

vrijdag, september 13th, 2013
Pura Vida, foto's roadtrip Noord-, Midden- en Zuid-Amerika

Sinds vandaag staat ‘PuraVida,  foto’s roadtrip Noord-, Midden- en Zuid-Amerika’ via fotoalbum.nl op het internet. Het fotoboek is is het visuele voorproefje van Pura Vida, het boek over de roadtrip.

Van het fotoboek is ook een portemonnaie vriendelijke versie (kleiner formaat en softcover) beschikbaar. Als je daar interesse in hebt, stuur me svp een reactie via deze website. Bij voldoende belangstelling kan ik dan een oplage laten drukken.

Ook als je op de mailinglijst wilt komen om een berichtje te ontvangen als het boek verschijnt, wil je dan via deze website een reactie sturen?

Alvast bedankt,

Jan Gerben

Maria Santos Gorrotiesta, RIP

woensdag, december 12th, 2012
Maria Santos Gorrotiesta, RIP

Rionegro, Colombia, 10 december 2012

Vlak voordat ik de trein richting Duitsland in stapte las ik een bericht in The Economist dat me bij is gebleven. Het is blijven hangen maar bracht me ook terug in de tijd.
Afgelopen week is in Mexico burgemeester nummer 30 ontvoerd, gemarteld en omgebracht. Nauwelijks nog nieuws. Waarom het mij trof? Omdat het me terug bracht in de tijd. Dit zich heeft afgespeeld in de streek waar ik doorheen ben gereisd. Ik had net een week of zo daarvoor mijn baan opgezegd toen ik het ’Wilde Westen’ van Michoacan in trok. Het Wilde Westen genaamd omdat hier maar liefst drie drugsbendes strijden om de macht over de drugshandel (-doorvoer vanuit het zuiden richting VS). Misschien was ik nog wat extra sensitief, geen werk, geen retourticket? Een streek vol armoede en nul toerisme ondanks de prachtige stranden. Wat mij toen en nu raakte is het ongelofelijke contrast tussen het inmens wrede geweld aan de ene kant en de super vriendelijkheid van de mensen die ik daar heb ontmoet aan de andere kant. In de plaatselijke krant stond op de voorpagina een foto die ik nog steeds scherp voor de geest kan halen. Een berg van zestien ontkleedde lijken van politie-agenten op elkaar gestapeld langs de weg. Een foto in kleur, zonder gêne en tot op het diepste detail gruwelijk. ’Houdt het dan hier nooit op daar voor mensen van goede wil?’ dacht ik toen.
Maria Santos Gorrotiesta (36) was al geen burgemeester meer. De plaatselijke corruptie had daar al mee afgerekend. Haar echtgenoot was in de tijd dat ze nog wel burgemeester was, samen met haar en de drie kids in een hinderlaag gelokt en hij was daarbij omgekomen. Ze streed voor de ontwikkeling van bevolking en streek. Haar droom (ondanks opgeleid tot dokter) was om parlementslid te worden.
Ze is ontvoerd onderweg om haar zoontje naar school te brengen. In daglicht, met genoeg getuigen om haar desondanks zonder gevolgen mee te nemen, is ze vervolgens gemarteld en omgebracht en na een paar dagen terug gevonden langs de kant van de weg.
Een tweetal quotes van haar na de tweede poging tot moord en voor de fatale derde:
“The inner strength that has moved me to get up, even when I’m dying, has served to demonstrate and make tangible the great commitment that I have with my ideas, my projects for the future, and, of course for the people who witnessed my birth and for whom I will get up however many times God allows me to, to keep on searching, scratching, negotiating plans, projects and actions for the benefit of all of society, but, in particular, for the vulnerable ones.”
En:
“I have walked a long road towards freedom, and I have tried not to hesitate. I’ve stumbled along the way, but I’ve discovered that great secret; that after climbing a hill, one finds that there are many more behind that. I’ve given myself a moment of rest to look at the glorious landscape that surrounds me, the view back towards the road I’ve traveled. But I can only rest for a moment, because freedom brings with it responsibilities and I don’t dare fall behind. My long road is not yet finished; the footprint that we leave behind in our country depends on the battle that we lose and the loyalty we put into it. Today, it is a privilege to be part of the history of Tiquicheo, Michoacan.”
Van Michoacan herinner ik me de tocht op zondagavond in de achterbak van een roestige, krakend en kreunende Chevy pickup van een boer. Ik had hem ontmoet bij de bierhandel. Zijn uitnodiging om mee te gaan naar het stierenvechten die avond bracht hij met handen en voeten. Het stierengevecht heb ik eerder beschreven, ging niet door want de beesten waren ontsnapt. Diep in de nacht met de achterbak vol met nog een paar feestgangers weer terug, het krat bier leeg. Door de open raampjes van de Chevy de stereo op maximum volume met lokale muziek.
De volgende morgen ontdekte ik dat ik mijn fototoestel was vergeten. Natuurlijk had ik geen idee uit welk gehucht of dorp de ’ranchero’ vandaan kwam of over het kenteken van de Chevy of zijn volledige naam. Ik had het toestel al opgegeven. Maandagmiddag toch maar even informeren bij de dame van de bier- en etenswaren-handel. Mijn fototoestel was al terug gebracht! Ook dat is Michoacan. Zou het ooit zonder elkaar kunnen, de oprechte vriendelijkheid van de één en de gewetenloze wreedheid van de ander? Is dat wat Maria Santos ook bedoelt met ’the glorious landscape thats surrounds me’ (de mensen die beter verdienen en daarvoor hard werken) en ’the view back (op al het geweld)’? Een goed mens is vermoord. Het is bijna Kerst en opnieuw maken we ons lijstje met goede voornemens voor het nieuwe jaar. Mag dat een beetje meer steun zijn voor allen die vanuit het hart strijden voor een goed doel zonder wapens of geweld?

‘Si fama, ni fortuna’

vrijdag, maart 19th, 2010
'Si fama, ni fortuna'

Medellin, 19 maart 2010

Het is vrijdagmiddag als ik wat rondscharrel in de werkplaats van Dakar Motos (Buenos Aires). Bjorn heeft zijn BMW zo’n beetje half gedemonteerd en is altijd ‘in’ voor een praatje. Regelmatig komen motorfietsen de straat ingereden. Dit keer is het geluid anders. Het kan niet anders als een klassieke eencilinder stopt voor de deur. Een zwaar bas geluid met als het ware een trage hartslag. Als ik de deur open doe maak ik kennis met Gustavo. Hij komt de gringo met de klassieke harley opzoeken. ‘Dat ben ik’ hoef ik eigenlijk nauwelijks nog te zeggen want hij staat al naast Betsy. De motor blijft een opmerkelijke verschijning in de werkplaats en opslag van louter en alleen off road motorfietsen, allen hoog in de veren en beladen met aluminium rekken en koffers. Gustavo vindt het prachtig. Reizen met een klassieker is voor hem een droom. Gezin en bedrijf gaan echter voor. Met sommige mensen klikt het contact direct en zo ook met hem. Na zo’n een half uurtje om mijn motor rondjes gedraaid te hebben is het tijd om zijn ‘oud ijzer’ te bekijken. De Norton staat nog steeds op de stoep geparkeerd. ‘He, dit is dezelde motor als die van Che Guevara en Alberto Granada, zeg ik’. ‘Bouwjaar 1939?’ voeg ik er met halve overtuiging nog aan toe. Gustavo grinnikt als hij uitlegt dat zijn beroep motorrestauratie is. ‘Ik heb de motorfietsen voor de film ‘The motorcycle diaries’ (de film over de motortrip van Alberto en Che begin 1952) opgebouwd’ zegt hij. ‘Ik heb drie identieke Nortons bouwjaar plusminus 1939 opgebouwd. ‘Een staat er nu in het Che museum in Havana, Cuba en een in het Che museum in Rosario, Argentinie (de geboorteplaats van Che) en de andere rij ik zelf op rond zoals je ziet’. Wow. Ik sta oog in oog met de motor die voor de film is gebruikt. ‘Als je wat foto’s wilt zien van de filmopnames en mijn werkplaats, kom dan effe langs’. Yeah, meer heb ik niet nodig om op de motor te springen en dwars door Buenos Aires te rijden.

De werkplaats van Gustavo is goed verscholen achter het huis van zijn moeder (in leeftijd achter in de ‘80). Hij hoort me de straat in rijden en verlost mij uit mijn zoektocht. Zijn specialisatie is klassieke Engelse motoren. De werkplaats is een zelf gebouwde schuur van ongeveer 60 vierkante meter. De wanden en plafond zijn behangen met onderdelen, gereedschap, oude en nieuwe foto’s, frames, wielen, eigenlijk alles wat je kunt bedenken op motor onderdelen gebied. Op eveneens zelfgebouwd tafels staan drie Engelse motoren (AJS, Norton en Matchless) in verschillende stadia van gereed. Een Vincent motorblok ligt open. Een Harley lijkt bijna gereed (1200 cc zijklepper) maar mist nog wat essentialia, een vijftiger jaren BMW staat in een hoek. Het houdt niet op, hoe langer ik kijk, hoe meer gaaf spul ik zie.

Gustavo is een echte prater. Hij vertelt over de filmopnames, hoe hij beide acteurs op een andere klassieke motor heeft leren motorrijden, over Alberto Granada en de zoon van Che Guevara die bij de opnames aanwezig waren, over de Oscar uitreiking in Hollywood waar zijn motor bij aanwezig was en hoe de film trucage gebruikt. De motor die in de film onderuit gaat en zwaar beschadigd raakt is een Suzuki die verkleed is als Norton. ‘Niets van te zien’ voegt hij er nog aan toe. Ook het echte verhaal van Che en Alberto komt naar boven. Een afgescheurde bevestiging van de versnellingsbak zorgt ervoor dat Che en Alberto verder gaan liften vertelt Alberto hem. De broer van Alberto zal later in 1952 de motor ophalen, repareren en verder rijden naar Venezuela waar hij nog steeds woont. De motor is in de jaren ‘50 in onderdelen door hem verkocht. Zo krijg ik ook nog wat geschiedenis mee. Gewoon omdat het zo gaaf is, start Gustavo nog een keer de Norton. De zware, donkere, lange klappen van de Norton vullen de straat. ‘Hier’ zegt hij als hij mij het stuur in handen drukt. ‘Rij maar een blokje’. Wow. Ik twijfel een mili seconde maar dan zit ik al op het zadel. De eerste versnelling is even zoeken maar dan ben ik weg. Tot in zijn derde versnelling kom ik. Zonder helm of bescherming draai ik een rondje, en nog een en nog een. Met de motor laag in de toeren rij ik rond. Dikke, brede grijns op m’n gezicht. Wat kan ik nog meer zeggen als dat het rijden van een klassieker altijd een super gave ervaring is?

Het verblijf in Dakar Motos is prettig. Met Marcus trek ik zijn laatste dagen Zuid Amerika de volle dagen op, Auke & Marieke arriveren in Buenos Aires en met hen ben ik nog een avond op stap in het centrum. Bjorn en de andere ‘komers en vertrekkers’, het is allemaal prettig volk. Toch ben ik nerveus. Ik wil terug naar Diana. Ik heb al besloten om dat zo snel als mogelijk te doen. En toch blijf ik nerveus. Als ik het wat beter probeer te beschouwen is dat misschien niet nerveus maar meer angstig. Angstig voor wat er komen gaat? Over de roadtrip die van karakter gaat veranderen? Ik verzin diverse uitvluchten. Diana maakt dat me makkelijk, telkens weer vraagt ze waarom ik niet gewoon terug rij naar Colombia. Het klinkt me nog steeds super aantrekkelijk in de oren. Een andere uitvlucht is naar Afrika en terug rijden naar huis. Nooit heb ik daar enig woord aangewijd (Jasper sloeg de spijker 100% op zijn kop in een reactie van hem een tijdje geleden), maar het heeft meerdere keren in mijn hoofd rond gespookt na de Bolivia ervaringen. Nu ik met Marcus weer optrek is dat zomaar een alternatief dat heel erg dichtbij is. Hij vertrekt naar Kaapstad en we kennen elkaar dusdanig dat we zonder iets te zeggen, we allebei weten dat we samen ‘Afrika –> Europa’ zouden kunnen doen. Toch is dat niet reeel (mijn carnet is bijvoorbeeld al verlopen). Als er iets is dat ik geleerd heb van en in de roadtrip is het om niet weg te lopen voor angst. Telkens weer heeft het doorbreken van een psychologische grens, de echte oorzaak van mijn angst, me heel veel positieve energie en positieve gebeurtenissen opgeleverd. Dus druk ik op de knop van een internetboeking voor een vlucht van Buenos Aires naar Medellin.

De opluchting maakt snel plaats voor frustratie als de boeking geweigerd word. M’n creditcard is opnieuw geblokkeerd. In de contacten met hen blijkt dat ik toch een onverwacht financieel probleem heb. De kogel gaat dan snel door de kerk. Een ‘no brainer’ zoals Marcus terecht concludeert. Mijn Buell gaat in Nederland in de verkoop. Met een fors voorschot daarop krijg ik de credit card weer ‘vrij’. Dat proces duurt al met al een week. Zonder namen te noemen ben ik enkele vrienden meer als gewoon dankbaar voor hun hulp hierbij! Gedurende al deze dagen is Gustavo mijn rustpunt in de branding, en breng ik dagelijks tijd met hem door in zijn werkplaats. Leer ik veel over Argentinie in het algemeen en Engelse motorfietsen in het bijzonder.

Uiteindelijk heb ik op donderdag alles gereed. Kan ik de vlucht voor de motor betalen (contante handel) die al ingepland staat voor de volgende dag en kan ik zelf een ticket boeken. Diana kan of wil het niet of nauwelijks geloven, maar vrijdagavond land ik opnieuw via een omweg in Medellin.

‘Si fama, ni fortuna’ (wel fameus, geen fortuin) is een variatie op de titel van de cd die ik van Miguel heb meegekregen. Miguel, 1 van de 2 monteurs van H-D Santiago, heeft met zijn band Diessel de cd ‘ni fama, ni fortuna’ gemaakt. Een geweldig heavy rock album. ‘Wel fameus maar geen fortuin’, slaat op Gustavo en misschien ook wel een beetje op mezelf nu ik hier weer in Colombia rondrij. Meer daarover in een volgend bericht.