Archive for december, 2009

Pauze

woensdag, december 30th, 2009
Pauze

Medellin, Colombia, 30 december 2009

Terug in de stad van de eeuwige lente! Vlak voor de kerst ben ik hier weer neer gestreken, letterlijk met het vliegtuig vanuit Santiago. Al vanaf september dat ik Medellin verliet heb ik contact onderhouden met Diana, mijn lief. Ondanks alle internetproblemen werd dat alleen maar intenser. Uiteindelijk besloten om de Kerst en Oud & Nieuw met haar samen door te brengen. Dus woon ik nu met haar samen in een piepklein, schattig apartementje in een van de volkswijken van Medellin. Temidden van tantes, neven, nichten, broers en andere schoonfamilie van haar. Mijn sociale omgeving is dus dik voor mekaar. Kerst in Colombia is een feest dat op kerstavond begint en pas eindigt in de dag daarop. Overgoten met drank, fikkie steken op straat voor de BBQ en uiteraard muziek en heel veel dansen, salsa en speciale kerstmuziek op ritmes die je niet van de kerst verwacht. Mijn lief zegt dat de salsa me aardig afgaat. Ik denk dat ze niet helemaal objectief is als ik zo eens om me heen kijk.

De tijd dat ik in Medellin ben, gebruik ik om voorbreidingen te treffen voor de finale van de roadtrip en vooral om een keuze te maken voor de route van de finale. Bankzaken, onderdelen voor de motor, mail bijwerken, artikel schrijven e.d. Hopelijk ook tijd voor de vele buitenlandse mail die al veel te lang op beantwoording wacht, veelal mensen die ik onderweg ontmoet heb. Tot mijn verassing heeft ook mijn Boliviaanse engel gemaild. In de dagen na het nachtelijk bergavontuur in het zuiden van Bolivia dacht ik dat ik haar gedroomd had, maar kennelijk bestaat ze echt.

El Libertador heeft tijdelijk onderdak gevonden in de tuin van een oud herenpand in Santiago. Het pand wordt gerenoveerd en omgetoverd in een hostal. Kiwi Dave en zijn club mannen houden een oogje op de motor die nu geparkeerd staat naast een 1954 Chevy.

De foto is genomen in de Atacama woestijn, een kleine 100 km buiten Antofagasto, Chili en 203 km verwijderd van de volgende benzinepomp.

Wens iedereen een spetterend en vooral gezond 2010 toe!!!

Dank voor alle reacties, sponsoring en mail. Jullie zijn mijn anker in Nederland!

Ontketend

zaterdag, december 12th, 2009
Ontketend

Santiago, Chili, 17 december 2009

De euforie over mijn sleeprit naar 4500 meter hoogte is snel verdwenen. Het is bitterkoud, het vriest en de wind is fors. Het avondmaal is een allegaartje van rijst, linzen, tonijn en een verdwaalde ui. Voordat het eten op het bord ligt is het al koud. De maan is nog niet op, het is aardedonker, mijn tentje staat ergens ver beneden, te ver om te lopen en dus rol ik mijn matje uit op de grond tussen de motoren. Regelmatig ben ik wakker. De maan is helder en de nacht verloopt zonder bezoek. Als ik mijn spullen bij elkaar raap in de ochtend scheurt de huid van mijn handen op diverse plekken, het bloedt. Blaartjes op mijn lippen die zwart uit slaan. Ontbijt is koffie en zes crackers met pate. De olie in de versnellingsbak (single 90) is zo stroperig dat ik daar met de kickstarter nauwelijks door kom. Blijven trappen en de motor slaat relatief makkelijk aan. Lang warm draaien want de eerste paar honderd meter stijgt de weg nog fors. Met draaiende motor ben ik met een drietal duwtjes boven. Auke heeft de tent opgehaald. Bagage opladen en wegwezen.

De weg is slecht. Keien overal. Vaak zo groot dat ik daar om heen moet om niet vast te komen staan of keihard met de onderkant van het frame daarop terecht te komen. Gaat meestal goed. De carterbeschermplaat heeft het zwaar te verduren. Vandaag is het zondag en met een beetje geluk halen we de grens met Chili. Het gerucht wil dat direct vanaf de grens de weg is geasfalteerd. El Libertador weet dat en is ontketend. Het gas gaat er op en de diverse hellingen die volgen weet ik meestal in de tweede versnelling te nemen. In een scherpe bocht voor opnieuw een helling breekt het achterwiel weg om met het stuur dwars als een ware motorcrosser de bocht te nemen om maar vooral vaart te houden. Niet meer stil op een helling is het devies en de motor volgt dat. Ik vlieg af en toe letterlijk over de keien. Ik hou van mijn motor maar ik vraag me oprecht af of de motor ook nog wel van mij houdt. Beulswerk. Dan verandert de weg in diep gravel afgewisseld met hele stukken los en eveneens diep zand. Stilstaan betekent wegzakken tot mijn achteras. Wegkomen daaruit lukt maar is lastig. Door de voetkoppeling kan ik niet naast de motor staan om een duwtje te geven. Opnieuw geldt, vooral gas blijven geven. Degene die zeggen dat een Liberator ook ontworpen is om door de woestijn te kunnen gaan krijgen gelijk. Met de stuurdemper een beetje aangedraaid rolt de motor vrij makkelijk door het gravel en zand. Af en toe word ik overmoedig en kachel ik in de derde versnelling door de losse troep. De XT’s en Kawa ploeteren hier door heen en eindelijk, eindelijk is het mijn beurt om hen met schijnbaar relatief gemak in te halen. Wat een feest. Voorop rijden, niet in het stof van de anderen. Iedereen gaat onderuit maar El Libertador is niet van koers af te krijgen. Af en toe duik ik met een vaart een soort gigantische zandbak zonder sporen in, maar ook daar ploegt de motor zich soepel doorheen.

De gemoedsrust van de groep, ‘hij haalt het’, ‘hij haalt het’, duikelt terug voor de laatste bergpas voor de grens. Vanaf weer zo’n 45oo meter hoogte nog 1 bergpas, 5.206 meter hoog. Oef dat is hoog. Pauzeren we even of gaan we is de vraag. Ik heb nog volop adrenaline van de laatste uren en ik wil door. We gaan, opnieuw voorop. Ik heb een kleine kilometer zand die ik kan gebruiken als aanloop. Niet al te veel keien en het zand is hard. Tot in de derde versnelling kan ik vaart maken. Als de klim begint terug naar twee. De versnellingsbak protesteert maar werkt mee. Vol gas. Ondanks de ijle lucht heeft de motor voldoende adem in z’n twee om me over de helft van de kilometers lange helling te brengen. Terug naar 1 en opnieuw, gas, gas, gas. Met een paar minuten sta ik boven. Vijduizend twee honderd en zes meter. Het voelt als het dak van de wereld.

10 Minuten voor sluitingstijd arriveren  we bij de grens. Het stormt en binnen bij de enige douanbeambte is het aangenaam, ook als is het maar voor de duur van 1 stempel. Direct vanaf de grens zet de daling in en jawel, na zo ongeveer 800 kilometer dirt road EINDELIJK weer asfalt, niet gewoon asfalt maar superstrak, geen rimpel of dwarsligger maar strak, recht asfalt met lange bochten. Over een afstand van 20 kilometer daalt de weg twee kilometer. De motor is bonkig de eerste kilometers asfalt. De banden zijn te zacht om de bochten op volle snelheid te nemen. Maakt niets uit, niet meer bonken over keien, door kuilen, over wasbord ribbels maar zacht zoeven over asfalt. In San Pedro de Atacama zijn de douane formaliteiten snel geregeld. Chili is duur in alles maar daarvoor is het allemaal wel goed geregeld.

In San Pedro neem ik afscheid van de XT’s en Kawa, zij gaan naar Argentinie en ik trek verder Chili in. Eerst de motor ontdoen van zout en zand. Ondanks beulswerk is de enige zichtbare schade een afgescheurde bevestigingabeugel van mijn achterspatbord en hele forse deuken in de uitlaat. Olieverbruik vrijwel nihil maar benzine 1 op 10! Als Auke geen 10 liter extra benzine bij zich had gehad, was ik op de laatste dag in de problemen geraakt met dit verbruik.

De eerste dag op pad in Chili doe ik samen met Chris en August op hun Suzuki’s. Ook met hen scheiden de wegen snel, zij vinden de Atacama woestijn saai en proberen langs de kustweg te gaan. De Atacama is pachtig. De enige kleuren in het landschaps palet zijn geel, rood en bruin in alle mogelijk denkbare variaties. Altijd een blauwe hemel en een zwart streepje asfalt. Op sommige stukken heeft het in geen 50 jaar meer geregend, op andere is 1 keer per jaar al heel wat, niet vandaag in ieder geval. De bergen zijn oud en daardoor zacht van vorm. Het lijkt wel of ze afgedekt zijn met een ragfijne meestal bruine vitragedoek. Geen enkel teken van leven, geen bomen of struiken, steen en zand, dat is het.  Geen rechte weg, maar zacht slingerend om bergen en duinen heen. Verlaten is het. Op de tweede dag  na Antofagasta verdubbelt het verkeer wat me tegemoet komt, dat betekent twee vrachtauto’s of bussen per uur in plaats van 1. Standaard heb ik 15 liter extra benzine bij me. De afstand tussen de gehuchtjes waar benzine te koop is, valt mee. Varieert tussen de twee en drie honderd kilometer. Na zo’n 1500 kilometer ben ik door de Atacama heen. Dat valt snel op. Eerst wat cactussen en dan plotseling een boom. Ik kijk even om voor de zekerheid of ik het goed zie. De steden volgen elkaar dan snel op. Na twee duizend kilometer Chili rij ik in de avond Santiago binnen. Het is nog warm. Terrassen zijn vol. De dames in mini en zomerjurk. Dit jaar geen witte Kerst voor mij denk ik.

Boliviaanse engel

dinsdag, december 8th, 2009
Boliviaanse engel

San Pedro de Atacama, Chili, 8 december 2009

Komend vanuit de bergen lijkt Uyuni in de verte een soort caravanpark. Verlaten in de woestijn, niets in de omgeving, in leven gehouden door wat toerisme voor de zoutvlaktes en de lagunas in het zuiden van Bolivia. Echte wegen zijn er niet, alleen zand-, gravel- en keienwegen. Toch is er een soort van weg uit Uyuni richting de zoutvlakte. We rijden verkeerd en gaan dwars door de woestijn op zoek naar de ´weg´. Na wat kilometers gaat Marieke onderuit in het losse zand en het bagagerek is dusdanig beschadigd dat we terug gaan. Nog een dag in Uyuni komt me goed uit, de hygiene is nou niet helemaal geweldig te noemen in Bolivia buiten de grote steden en ik heb weer eens een forse diarree te pakken. Woensdag opnieuw op pad en met een klein uur zijn we op de zoutvlakte, ´la salar de Uyuni´. Het rijden op het zout is bijna als op asfalt. Het zout is in vijf – en zeshoekige stukken verdeelt met daartussen wat stof. Met de motor merk je vrijwel niets van de cementstrookjes, integendeel het geeft een prettige cadans. Het is alsof je op een gigantisch ijsmeer rijdt, alsof je op kunstschaatsen zwiert in de oneindigheid, je wilt ook niet dat het eindigt. Met de motor iedere kant op die je maar wilt, de banden hebben goed grip op het zout. Na verloop van tijd slaat alles wit uit. De witte vlakte, de zon, zonder zonnebril, kaart & kompas of GPS kom je niet uit bij de wegen door de bergen. Zonder die wegen kom je er niet uit, de rest is namelijk rots en keien. Na een uur of wat zijn we door de zoutvlakte heen. We overnachten in een zouthotel, op een oude stenen fundering is het opgetrokken uit een soort groot uitgevallen bakstenen van zout. Daarna is het gedaan met de pret. De route naar de grens met Chili heeft geen voorzieningen. De geplande route van een paar honderd kilometer gaat echter wel door een drietal dorpjes. Waar mensen wonen moet ook water en benzine zijn, een geruststelling.

Via de GPS van Auke gaan we op pad. Chauffeurs van de Toyota Landcruisers geven tips over welke route wel berijdbaar is en welke eigenlijk niet. Jammer dat ieder daar een verschillende mening op na houdt. De route is zwaar. Ik kom al niet meer in de derde versnelling en op de stukken wasbord lijtk ehtw el of de hele motor uit elkaar trilt. Het benzineverbruik stijgt naar 1 liter op 10 kilometer. Slecht nieuws, ik had rekening gehouden met 1 op 12. Dat betekent dat we waarschijnlijk te weinig benzine voor El Libertador bij ons hebben. In het eerste dorpje van de drie die we passeren gaan we op zoek naar benzine. Die vinden we en nog voor een schappelijke prijs ook. Het continue schakelen, het gewicht van de motor plus bagage en mezelf, het geheel langs de keien sturend, het vreet energie. Als we voor een rivier, zonder brug, aankomen vinden we een groenstrookje in een canyon. Een prima plek om de tent op te zetten. Door de hoogte is het na het ondergaan van de zon al snel bitterkoud.

De volgende ochtend kijkt een troep lama´s verrast op als we uit ons tentje kruipen, flamengo´s gaan gewoon door wat ze al aan het doen waren. Na twee rivieroversteken ben ik iets te overmoedig bij nummer drie. In plaats van te stoppen en een spoor te kiezen, volg ik direct een keienspoor. De eerste meters gaan goed. Dan stuit ik op een te hoge kei. De motor slaat direct af. Ik probeer de motor te starten maar krijg geen beweging in de kickstarter. De uitlaat staat onder water, motorblok is nog net aan droog. Ik duw de motor de kant op. Nog steeds geen beweging in de kickstarter. Een enorme deuk in het het deksel van de primaire aandrijving. Met veel getob krijgen we dat er af. De primaire belt is half van de polie afgelopen. Eenmaal gedemonteerd blijkt de belt fors beschadigd. Mijn reserve belt gaat er op en na een paar uur sleutelen kunnen we weer verder. In de middag valt Dylan met zijn motor. Zijn schakelpedaal is half afgebroken en met wat improvisatie kunnen we verder.

We zijn dan bij dorpje nummer twee, het is half vier. Overnachten we in het dorpje of gaan we nog verder? Democratisch besluit, we gaan verder. Het is bijna vijf uur als aan het begin van een kilometers lange klimme, mijn motor niet verder omhoog wil. Ik kan niet genoeg vaart maken na een scherpe bocht en over de keien om de klim te maken. Ik ben als laatste van de vier motoren. Marieke ziet mijn getob van bovenaf aan en komt terug. Ook met hier en daar een duwtje lukt het niet. Zij haalt Auke en Dylan terug voor hulp. Half zes. Met Auke & Dylan kom ik tot dezelfde conclusie. De berg is te hoog. Wat nu? Wikken en wegen, het brengt me niet omhoog. Ik zal terug moeten, terug naar Uyuni om vandaar uit verder terug Bolivia in om een route naar Chili te nemen. Dat betekent tenminste twee dagen off road naar Uyuni, alleen. De jongens helpen met met mijn tentje en dan is het tijd voor afscheid. Kort. Het is koud en de forse wind snijdt door merg en been. Alleen, m’n motor & tentje, een beekje met water, naast de ‘weg’. Tja, daar sta je dan. De motor zet ik in de rijrichting voor de volgende morgen en pak zoveel mogelijk op om snel (relatief) weg te kunnen. Een Toyota Landcruiser, de erste auto sinds uren, komt de berg afzakken en stopt. Ik herken het meisje dat uitstapt. De vorige dag zijn zij gestopt voor een praatje nadat wij en zij het spoor overgestoken waren. Zij vraagt naar mijn plan. ‘ Terug naar Uyuni’. Zij wil dat ik mee ga naar Villa Mar, het dorpje van zo’n twee uur terug. Het is zes uur geweest. De zon is al onder. De chauffeur denkt dat we wel in een uurtje daar kunnen zijn. Ik weet, ‘onmogelijk’. De weg bestaat uit grote losse keien waar ik zorgvuldig over en omheen moet, de volledige route in eerste versnelling. Het lijkt me een drama om dat in het donker te moeten doen. Het meisje neemt echter geen genoegen met mijn afwijzing. ´Het is nog veertig kilometer naar de grens, terug is dan toch opgeven vlak voor de eindstreep’. Ik ben het met haar eens, maar de berg is en blijft te steil en te hoog. ‘Deze route is als het ware een snelweg voor smokkelaars, levensgevaarlijk alleen’ probeert ze. ´Kunnen we je onhoog slepen?’ De chauffeur heeft geen sleepkabel in zijn auto en is niet echt enthousiast. ‘OK, laten we het proberen´. Ik maak twee spankabels die ik voor mijn bagage gebruik aan elkaar en bindt die aan een balk van de Toyota en om het balhoofd van de motor. De tent laat ik staan, mijn tas gaat achterin de Toyota. Met de chauffeur spreek ik wat signalen af. Bijna donker. De Toyota heeft een automatische versnellingsbak en de chauffeur houdt woord door langzaam aan en rustig te rijden. Verdraaid het gaat. Doorgaan dus. Auke, Marieke, Dylan en Fiona hebben een paar kilometer verderop hun kampement opgeslagen. Mijn engel heeft hen gezien dus weet hoever we moeten gaan. Het is donker en ik hang met met de motor op minder als twee meter achter een Toyota four wheel drive. Door mee te steppen hou ik de motor in balans. Tot twee keer toe ga ik bijna onderuit. Mijn energie is op, toch lukt het op het nippertje om de motor rechtop te houden. Nat van het zweet ondanks de kou. Zo hobbel ik al mee steppend ruim een uur achter de auto, over keien, soms met forse tikken tegen de onderkant er over heen. Na ruim een uur in het donker arriveren we bij de anderen. Ik ben gesloopt, maar ik ben wel boven op 4500 meter door de vasthoudendheid van mijn Boliviaanse engel.

De zout woestijn

woensdag, december 2nd, 2009

Uyuni, Bolivia, 30 november 2009

Vandaag na 210 km off road aangekomen in Uyuni vanuit Potosi.  Zwaar werk op de motor maar alles goed verlopen, benzine verbruik hoog, 1 op 13 a 14. 8 Uur over gedaan. Uiteindelijk met zes motoren op pad gegaan vanochtend (Auke & Marieke beide XT 600, Dylan (Austr)  & Fiona (GB) Kawa KLR 650 en Chris en August uit California op Suzuki DR 400´s), heftig offroad gezelschap dus. Berichten over de woestijn zijn goed. Komende dagen dus door de zoutwoestijn afzakken (isla del pescado, vis eiland) samen met het offroad gezelschap van vandaag, naar uiterste zuiden van Bolivia, grens over naar San Pedro de Atacama. Ik hoop daar met een klein weekje te zijn. Vanaf hier ruim 500 km offroad maar zonder steden of voorzieningen. Betekent dus kamperen en volop spullen meenemen. In totaal heb ik 32 liter benzine bij me, paar liter olie en water en wat voedsel. Moet voldoende zijn om met een klein weekje in Chili weer op te duiken. Tot dan. Hasta la vista baby!